Nationale Annex

In de biologische sector is het gebruik van biologisch uitgangsmateriaal verplicht als het beschikbaar is. Tegelijkertijd biedt de Europese Regelgeving (EC 2018/848) verschillende mogelijkheden voor telers om ontheffing te krijgen voor het gebruik van gangbaar uitgangsmateriaal.

Om er voor te zorgen dat zowel het aanbod als gebruik van biologisch zaad en vegetatief uitgangsmateriaal toenemen werkt Nederland sinds 2004 met een Nationale Annex voor biologisch uitgangsmateriaal. Dit is de lijst met (sub)gewassen waarvoor geen ontheffing mogelijk is voor het gebruik van gangbaar zaad of vegetatief uitgangsmateriaal.

Expertgroepen

Bionext organiseert jaarlijks expertgroep bijeenkomsten. De expertgroepen adviseren LNV over de samenstelling van de Nationale Annex. Zij hebben als taak om te beoordelen voor welke (sub)gewassen het aanbod aan biologisch zaad of vegetatief uitgangsmateriaal voldoende is om de vraag te dekken. Zijn de hoofdrassen biologisch beschikbaar en zijn er meerdere aanbieders? Dan kan de expertgroep aan LNV adviseren om een (sub)gewas op de Nationale Annex te plaatsen.

Expertgroepen

Expertgroep bijeenkomsten 2024 (besloten)

De verschillende expertgroepen komen op de volgende data bijeen:

  • Expertgroep voor de bedekte teelten: dinsdag 1 oktober van 13.00 tot 16.00 uur in Ede
  • Expertgroep voor vegetatief uitgangsmateriaal: dinsdag 15 oktober van 15.30 tot 18.00 uur in Ede
  • Expertgroep voor de open groenteteelten inclusief aardappel: donderdag 7 november van 13.00 tot 16.00 uur in Ede
  • Expertgroep voor granen, groenbemesters en voedergewassen: donderdag 14 november van 13.00 tot 16.00 uur in Ede
Expertgroep bijeenkomsten 2024 (besloten)

Zo werkt het

In de biologische landbouw is het verplicht om biologisch zaad of vegetatief uitgangsmateriaal te gebruiken, indien beschikbaar. Omdat niet van alle gewassen evenveel aanbod is, werken we met drie categorieën.

  1. Voor gewassen op categorie 1 is het aanbod voldoende om de hele markt te voorzien. Dit noemen we de Nationale Annex. Voor (sub)gewassen op deze lijst is geen ontheffing mogelijk voor het gebruik van gangbaar (niet chemisch behandeld) uitgangsmateriaal. Als biologische teler moet je dus kiezen uit het biologische aanbod.
  2. Voor gewassen op categorie 2 is het aanbod aan biologisch uitgangsmateriaal nog onvoldoende en kun je dus ontheffing aanvragen als je een ras wilt telen waarvoor geen biologisch uitgangsmateriaal beschikbaar is.
  3. Voor gewassen op categorie 3 is helemaal geen aanbod aan biologisch uitgangsmateriaal en geldt een algemene ontheffing. Wel dien je sinds 2022 als teler het gebruik van categorie 3 gewassen te registreren. Hiervoor moet je inloggen bij organicXseeds.

Hiernaast zie je een schematisch overzicht van de Nederlandse regels voor plantaardig uitgangsmateriaal. In de internationale database van OrganicXseeds staat vermeld in welke categorie het (sub)gewas is ingedeeld.

> Bekijk hier het schema in het groot

Zo werkt het

Actueel aanbod biologisch teeltmateriaal

Het volledige aanbod aan biologisch uitgangsmateriaal vind je op organicXseeds*. Op deze database staat ook vermeld in welke categorie de verschillende (sub)gewassen zijn ingedeeld. Ook zie je bij welke leveranciers je het teeltmateriaal kunt inkopen.

Leveranciers kunnen zelf hun beschikbare aanbod invoeren via de Routerdatabase. Deze is gekoppeld aan organicXseeds.

*De internationale organicXseeds is in de plaats gekomen van de nationale Biodatabase. Hiermee is de beschikbaarheid in Europa inzichtelijker voor zowel leveranciers als inkopers van biologisch uitgangsmateriaal.

Actueel aanbod biologisch teeltmateriaal

Interview

Hans Rozendaal is biologisch groenteteler in het ZuidHollandse Strijen. Sinds 2004 is hij actief lid van de ‘expertgroep biologisch uitgangsmateriaal voor de open groenteteelt’. Wat motiveert Hans om zich al 18 jaar in te zetten voor meer biologisch zaad?

Interview

Nieuwe leden gezocht voor expertgroepen

Bionext zoekt telers die lid willen worden van één van de expertgroepen voor biologisch uitgangsmateriaal. Elk najaar komen deze expertgroepen bij elkaar om te bekijken voor welke (sub)gewassen het biologische aanbod voldoende is om ze op de zogenaamde Nationale Annex te plaatsen. Voor (sub)gewassen op deze lijst is geen ontheffing meer mogelijk voor het gebruik van gangbaar uitgangsmateriaal.

Er zijn vier expertgroepen: één voor de groenteteelt onder glas, één voor de buiten groente- en aardappelteelt, één voor granen, groenbemesters en voedergewassen, en één voor vegetatief uitgangsmateriaal voor de fruit, boom en sierteelt. De expertgroepen adviseren het ministerie van LNV over de samenstelling van de Nationale Annex.

Voor de expertgroep granen, voedergewassen en groenbemesters zoeken we:

  • Een biologische veehouder met kennis van voedergewassen én een biologische akkerbouwer

Voor de expertgroep voor de buiten groente-en aardappelteelt:

  • Een biologische teler van fijne tuinbouwgewassen (sla, postelein, raapstelen e.d) én een biologische (kool) teler uit de provincie Noord Holland

Voor de expertgroep voor vegetatief uitgangsmateriaal:

  • Een teler van biologische aardbeien, frambozen en/of bessen

Interesse in een lidmaatschap van de expertgroep?
Neem contact op met Maaike Raaijmakers via raaijmakers@bionext.nl

Nieuwe leden gezocht voor expertgroepen
Demoveld: Biologische prei

Demoveld: Biologische prei

De video hieronder toont het demoveld voor biologische prei. Op verzoek van de expertgroep voor biologisch uitgangsmateriaal is in 2020 dit demoveld aangelegd op proefboerderij Vredepeel. In dit demoveld zijn 13 herfst- en winterrassen opgenomen. Dit zijn allemaal preirassen die al in de biologische teelt gebruikt worden of waarvan de zaadproducenten verwachten dat ze interessant zijn voor de biologische teelt. Voor een deel van deze rassen is nu al biologisch zaad beschikbaar, voor de andere rassen komt mogelijk in de toekomst biologisch zaad beschikbaar. Bekijk de video van het demoveld hieronder. Een samenvatting van de resultaten van het demoveld leest u hier.

Onderzoek: Biologisch uitgangsmateriaal voor kruiden

Onderzoek: Biologisch uitgangsmateriaal voor kruiden

Stagiaire Jody Viljoen heeft in 2020 voor Bionext de Nederlandse biologische kruidenketen onderzocht om te achterhalen welk uitgangsmateriaal gebruikt wordt, waar het precies vandaan komt en wat nodig is om de doelstelling van 100% biologisch uitgangsmateriaal te halen.

Aanbeveling
De resultaten en aanbevelingen van het onderzoek zijn in het najaar van 2020 besproken in de expertgroepen voor biologisch uitgangsmateriaal. Voor de leden van de expertgroepen heeft het verbeteren van de informatie over kruiden op de Biodatabase prioriteit. Bionext heeft samen met de NAK Tuinbouw deze aanbeveling opgepakt en werkt aan een nieuwe indeling van het kruiden aanbod op de Biodatabase. Zo moet bijvoorbeeld duidelijk zichtbaar worden voor welke toepassing het aanbod bedoeld is; voor menselijke consumptie of voor kruidenrijke graslanden. Het volledige rapport van het kruidenonderzoek met een Nederlandse samenvatting (vanaf bladzijde 6) vind je hieronder.

Meedoen?

Heeft u ideeën, vragen of opmerkingen? Neem contact op met Maaike Raaijmakers (raaijmakers@bionext.nl), projectleider Kennis & Innovatie.

Maaike is tevens associate member van ECO-PB, het Europese netwerk van biologische zaadveredelaars. Bekijk hier haar profiel.

Meedoen?

Meer informatie

organicXseeds | Database met de beschikbaarheid biologisch teeltmateriaal voor boeren en telers

De EU-router database | Leveranciers kunnen via deze Europese database hun aanbod plaatsen. Het aanbod uit deze database wordt doorgeplaatst op organicXseeds.

Skal-biocontrole | Regelgeving over het gebruik van biologisch uitgangsmateriaal

Bionext Project Liveseed | In dit project werkten 49 partners, uit 18 verschillende Europese landen samen aan meer biologisch uitgangsmateriaal. Binnen het project had Bionext de taak om uit te zoeken hoe de regels voor biologisch zaad zijn geïmplementeerd in verschillende Europese landen en wat nodig is om aanbod en gebruik van biologisch zaad te stimuleren. Dit project liep van 2017 tot september 2021.

Partners en financiers

Dit project wordt gefinancierd door het Ministerie van LNV. Delphi en de leden van de expertgroep zijn partners.