28 november was het dan eindelijk zover! Het symposium Klimaatvriendelijk ondernemen in de biologische sector vormde een mooie, leerzame en prikkelende afsluiting van het project Biologisch voor het Klimaat van Bionext. Het evenement bracht een gemêleerd publiek van meer dan 50 mensen samen, waaronder een significante vertegenwoordiging van biologische en biodynamische boeren.

Michaël Wilde (The Organic Embassy) opende het symposium, gehouden in De Beleving te Zeewolde. Hij bracht mooi in kaart hoe de klimaatcrisis en biodiversiteitscrisis elkaar versterken, en hoe een biologische systeembenadering beide het hoofd kan bieden. Het verlies van biodiversiteit, met name ontbossing, is verantwoordelijk voor een groot deel van de koolstofuitstoot. Een landbouwsysteem meer in balans met de natuur is beter in staat om koolstof op te slaan, zowel in de bodem als door het terugbrengen van biodiversiteit op het bedrijf.

Projectleider Lilian Raeijmaeckers (Bionext) sprak over het project; Biologisch voor het Klimaat. bestaande uit het doorrekenen van de klimaatimpact op 15 boerenbedrijven in de fruitteelt, akkerbouw en melkveehouderij, en het opstellen van een mogelijk verdienmodel om verdere doorontwikkeling op gebied te financieren in de biologische landbouw. De onderzoekers; Niels Feder (Delphy), Tom Bovee en Lennard de Jong (beide van Louis Bolk Instituut) bespraken samen met de pilotboeren; Peter Feijtel (fruit), Dick Harinck (akkerbouw) en Pieter Bogaard (melkvee) hoe zij het afgelopen jaar de klimaatimpact op hun bedrijf in kaart hebben gebracht. De sterke punten van biologisch, maatregelen die genomen kunnen worden om te verbeteren, maar ook hoe lastig het is om het biologische systeem in te passen in de beschikbare reken0tools.

Wouter Staal (YB – Climates) vertelde over mogelijkheden die de CSRD regelgeving meebrengt voor de biologische sector. Volgend jaar moeten alle beursgenoteerde bedrijven hun eigen klimaatimpact van 2024 rapporteren. Grote bedrijven (meer dan 25 miljoen omzet en/of meer dan 250 FTE) volgen een jaar later. Dit heeft indirect invloed op het primaire biologische bedrijf. Wouter gaf aan dat het sourcen van biologische producten, door bijvoorbeeld een Albert Heijn, bijdraagt aan het behalen van doelen op veel van de duurzaamheidsaspecten in het CSRD. Niet alleen op klimaat, maar ook op biodiversiteit, gezondheid en dierenwelzijn. De beursgenoteerde bedrijven zijn in het eerste jaar alleen verplicht om over de klimaatimpact van het eigen bedrijf te rapporteren. Omdat meer dan 95% van hun impact verderop in de keten ligt is het van belang dat dit ook wordt meegenomen. Gelukkig is dit verplicht gesteld voor de tweede rapportage, en nemen de meeste bedrijven de ketenimpact komend jaar al mee.

Een panel bestaande uit eerdere sprekers Michaël Wilde en Wouter Staal, Heleen Klinkert (Nieuw Groen), Roosmarijn Saat (Gimsel en Biowinkelvereniging) en Vincent de Leijster (Triodos) spraken samen én met de zaal over een verscheidenheid aan onderwerpen. Zoals het belang van het meenemen van de consument in het biologische verhaal, om de vraag te vergroten. Ook is er gesproken over de mogelijkheid om via koolstofcertificaten klimaatmaatregelen te financieren op primaire bedrijven. Dit werkt alleen wanneer een consument of bedrijf dit aanvullend doet op hun eigen klimaatreductie, anders is er sprake van greenwashing. Triodos sprak over hun beleid om alleen met biologische en biodynamische boerenbedrijven te werken. Er werd gesproken over het belang van biologische rekentools, óók in het berekenen van impactanalyses vanuit de bankensector. Als biologische sector ligt hier een taak om tools te ontwikkelen die passend zijn voor de systeembenadering. De Biomonitor is hier al goed mee op weg voor de melkveehouderij.

Heel veel dank aan de dagvoorzitter, Esther Molenwijk, voor het stellen van de juiste vragen zodat de boodschap goed tot zijn recht kwam. Om de klimaatuitdaging voor de landbouw aan te gaan en groei van bio te stimuleren, is samenwerking noodzakelijk!

Meer lezen over dit project? Klik hier