Grip op gangbare inputs in biologische landbouw

De principes van biologische landbouw zijn helder: alles wat het bedrijf opkomt moet van biologische herkomst zijn. De wetgeving laat echter ruimte voor het gebruik van gangbare inputs. Dat is zo geregeld omdat niet alle grondstoffen die een boer nodig heeft altijd biologisch beschikbaar zijn.

In dit project is onderzocht hoe groot de schaal is waarop gangbare inputs gebruikt worden in de biologische landbouw en wat de risico's zijn van het gebruik ervan. Om dat te bepalen, zijn op verschillende bedrijven monsters van gebruikte inputs genomen en geanalyseerd. Ook zijn er bijeenkomsten geweest en is een informatiebulletin verspreid om boeren meer bewust te maken van de residuen die ze mogelijk inslepen op hun bedrijf.

Stand van zaken

Er is een brede inventarisatie gedaan van de gangbare inputs die gebruikt worden in de biologische landbouw in Nederland. Op basis daarvan is een keuze gemaakt om gangbaar stro, groencompost en biologische mest te bemonsteren. De monstername heeft in augustus plaatsgevonden. Analyses hebben uitgewezen dat, zoals al vermoed, gangbaar stro residu van bestrijdingsmiddelen bevat. Ook in een van de partijen groencompost werd residu aangetroffen. Het advies is dan ook aan boeren om zo min mogelijk gangbaar stro te gebruiken en nieuw aangekochte partijen groencompost voor gebruik te laten bemonsteren en analyseren.

Het project is in november 2019 afgerond. De eindrapportage van het project kunt u hier lezen.

Contact

Heeft u ideeën, vragen of opmerkingen? Neem contact op met Gerdine Kaptijn (kaptijn@bionext.nl), projectleider Kennis & Innovatie


Partners en financiers

Dit project wordt gefinancierd door het Ministerie van LNV. Biohuis is betrokken bij het onderzoek.